Het is moeilijk voorstelbaar dat Astrid Roemer (1947) tot een paar jaar geleden een bijna vergeten auteur was. Na een lange lijst publicaties in de jaren tachtig en negentig (waaronder Over de gekte van een vrouw uit 1982, waarmee Roemer doorbrak) verscheen er in de jaren daarna bijna niets. Geplaagd door paranoia leefde ze jarenlang afgelegen in de Schotse Hooglanden, of trok ze met een rugzak en haar katten door Europa.
Maar toen ze in 2016 de P.C. Hooftprijs kreeg toegekend - als eerste auteur van Surinaamse komaf - leek dat haar schrijverschap een nieuwe impuls te geven. In 2017 verscheen de elegante novelle Olga en haar driekwartsmaten en in 2018 de indrukwekkende familieroman Gebroken Wit, over drie generaties Surinaamse vrouwen. In maart 2021 werd Roemer voor haar gehele oeuvre de Prijs der Nederlandse letteren toegekend.
En toen begon het gedonder. Roemer plaatste op Facebook een aantal loftuitingen over Desi Bouterse (ze noemde hem onder meer 'onvergetelijk moedig'), ze deed in de Volkskrant en bij Nieuwsuur nog een paar twijfelachtige uitspraken over de ex-dictator en schold via Twitter de columnisten uit die daar kritiek op hadden. Ophef alom en het draaide erop uit dat Roemer de prijs wel kreeg maar dan zonder feestelijke uitreiking. En daar werd ook weer van alles van gevonden.
Ondertussen werd Roemers reeds aangekondigde roman DealersDochter keer op keer uitgesteld. Een maand. Een halfjaar. Een jaar. Pas nu, anderhalf jaar later, verschijnt het boek waarnaar iedereen die de voornoemde affaire volgde met oneerbiedige sensatiezucht heeft uitgekeken; is DealersDochter het bewijs dat Roemer gek/fout is?
In deze mozaïekroman kom je er gaandeweg achter wat de personages Brandon, Boris, Aqua, Eloe en Carmen met elkaar te maken hebben. Hun verbintenis is terug te voeren op een personage dat we kennen uit Roemers vorige roman, Gebroken Wit: Heli Vanta, de avontuurlijke kleindochter die in Nederland gaat studeren. Ze woont daar samen met vriendin Carmen, tot ze met de Nederlandse Boris trouwt en met hem dochter Eloe krijgt. De drugszaakjes waar Boris bij betrokken is, leiden tot een misdrijf dat ook de levens van Brandon en Aqua met dat van de anderen verknoopt. Ik hou het met opzet een beetje vaag, omdat een deel van het leesplezier zit in de ontrafeling van de knoop.
DealersDochter is meer dan een leuk puzzeltje. Het is vooral een onderzoek naar de betekenis van het begrip geboortegrond. Iedereen wordt volstrekt willekeurig ergens geboren - maar de plek heeft een diepe en nooit aflatende impact op je leven. Dat is niets nieuws, maar Roemer biedt er in deze roman een veelzijdig perspectief op.
Zo is de tiener Aqua veel meer bezig met haar Surinaamse roots dan haar ouders, voor wie het verleden alleen nog gestalte krijgt in de decoratie van hun Nederlandse woning 'met voorwerpen uit dorpen die niet meer bestonden'. Ze vraagt zich af waarom haar ouders willens en wetens een kind gemaakt hebben in het witte Nederland, een plek waar ze als zwarte sowieso met racisme te maken krijgt. Haar ouders reageren gelaten, die zijn hier voor rust aan hun kop. 'Na zo veel onzekerheid op je eigen geboortegrond is maar één ding belangrijk, Aqua, een dak boven het hoofd, brood op de plank en een veilig bed om te kunnen slapen en de wereld voor een paar uur te vergeten.'
Voor Aqua is dat niet genoeg. Ze verdiept zich in de geschiedenis van haar tot slaaf gemaakte voorouders. Ze is op zoek naar 'het nulpunt'; na hoeveel tijd in een vreemde situatie kun je beslissen tussen vluchten en blijven? Als je zomaar wordt weggeplukt van je geboortegrond, om aan de andere kant van de oceaan weer te worden neergekwakt, hoelang duurt het dan voordat de verlammende vervreemding is weggetrokken en je het gevoel krijgt dat je een keuze kunt maken?
Twintig jaar, denkt Aqua, de tijd die zijzelf ook nodig heeft om te kunnen beslissen dat ze weg wil uit het land waar ze altijd als buitenstaander is behandeld, ook al is ze er geboren. Zo laat Roemer zien dat je geboortegrond op twee manieren vervreemding in de hand werkt: wie niet kan leven waar hij ter wereld kwam ervaart haar, maar wie niet thuis is waar hij geboren werd ook.
Als om die sfeer van vervreemding van meet af aan op te roepen begint Roemer haar roman met het personage Brandon, een 16-jarige jongen die van de ene op de andere dag besluit zijn kleine dorp in de Surinaamse jungle in te ruilen voor Amsterdam - het contrast kan niet groter. De koelbloedigheid waarmee hij zijn geboortegrond verlaat, heeft iets fatalistisch, bijna alsof hij iets in zichzelf kapot wil maken door zich zo abrupt los te scheuren.
Eenmaal in de stad weet hij zich geen raad. Hij hangt wat rond en gaat achter zo veel mogelijk meisjes aan, of beter gezegd: 'Hij neukte zoveel en zo vaak dat hij vermagerde.' De seks wordt steeds extremer, het liefst wil Brandon met een dildo zo diep mogelijk in zijn kont geneukt worden. Op een nacht wordt hij meegenomen door vier mannen die hem om de beurt nemen. 'Het heeft uren geduurd misschien. Hij had naar de dood verlangd. (...) En hij had geen woorden om tegen de vier mannen te zeggen dat hij de tijd van zijn leven had gehad. Alles deed pijn. Alles gloeide van genot.'
Als lezer zit je - hoe ruimdenkend ook - een beetje naar adem te happen. Niks mis met anale gangbangs, maar waar komt dít ineens vandaan? Roemer gaat ondertussen rustig door over zaaddruipende anussen. Wat wil ze met deze pornografische scènes zeggen? Moeten we het letterlijk nemen: Surinaamse jongen wordt in Nederland keihard genaaid? Is het verkapte kritiek op de manier waarop Surinamers hier behandeld worden? Maar Brandon geniet van de pijn. Is dat een metafoor waarmee wordt bedoeld dat het een vorm van sadomasochisme is om je geboortegrond te verlaten? Of is Brandon in Nederland juist eindelijk vrij om zijn diepste verlangens uit te leven?
Zo houdt de auteur je bezig. Ondoorgrondelijk en niet bang te choqueren - dat is Astrid Roemer en dat is wat haar werk zo intrigerend maakt (en haar leven soms zo ingewikkeld). Tegelijkertijd is DealersDochter misschien wel haar helderste boek; een intelligente literaire analyse van de wijze waarop mensen zich verhouden tot hun afkomst. En het bewijs dat Roemer niet voor niets een veelbekroond schrijver is; gek noch fout.
★★★★☆
Prometheus; 208 pagina's; € 22,50.
Verberg tekst