Afgaande op de titel zou je kunnen denken aan een sprookje. Maar naast sprookjesachtige elementen als heks, kabouter, cycloop, duivel, toverspreuken e.d. zitten er ook verwijzingen naar historische (heksenvervolging) en hedendaagse (televisie) elementen in. Een allegorie misschien of een fabel? Of wellicht een fantasy? Een zedenschets of een bizar kaartspel met negentien kaarten, zonder spelregels? Maar oordeel zelf aan de hand van korte beschrijvingen van enkele hoofdpersonen. Om te beginnen dan Heksje Paddenwratje. Ze is een zeer bekwame en succesvolle heks, een jong aanstormend talent. Erin gespecialiseerd hunkerende prinsessen aan een kikkerprins te helpen. Ze maakt gebruik van zeer eigentijdse hulpmiddelen als fax, antwoordapparaat en een high-tech bezemsteel. Maar, en dat verdriet haar zeer, ze ziet er niet uit als een klassieke heks met wrat en kromme neus en verzucht dan ook: "Waarom was ik niet gewoon lelijk, zoals iedere fatsoenlijke heks?" Dan is er Iscariot, een jonge aant…
Lees verder
Afgaande op de titel zou je kunnen denken aan een sprookje. Maar naast sprookjesachtige elementen als heks, kabouter, cycloop, duivel, toverspreuken e.d. zitten er ook verwijzingen naar historische (heksenvervolging) en hedendaagse (televisie) elementen in. Een allegorie misschien of een fabel? Of wellicht een fantasy? Een zedenschets of een bizar kaartspel met negentien kaarten, zonder spelregels? Maar oordeel zelf aan de hand van korte beschrijvingen van enkele hoofdpersonen. Om te beginnen dan Heksje Paddenwratje. Ze is een zeer bekwame en succesvolle heks, een jong aanstormend talent. Erin gespecialiseerd hunkerende prinsessen aan een kikkerprins te helpen. Ze maakt gebruik van zeer eigentijdse hulpmiddelen als fax, antwoordapparaat en een high-tech bezemsteel. Maar, en dat verdriet haar zeer, ze ziet er niet uit als een klassieke heks met wrat en kromme neus en verzucht dan ook: "Waarom was ik niet gewoon lelijk, zoals iedere fatsoenlijke heks?" Dan is er Iscariot, een jonge aantrekkelijke duivel die tijdens de Walpurgisnacht kennismaakt met Paddenwratje. Met zijn charmes slaagt hij erin het Heksje hopeloos verliefd op hem te doen worden, met een 'oproepspreuk' weet hij haar aan zich te binden. Maar daardoor raakt Paddenwratje haar eigen toverspreuken, broodwinning en wapen, volledig kwijt. Uiteindelijk blijkt Iscariot een zelfgenoegzame carrièremaker te zijn. Een paar apart zijn de paters Ambrosius en Anselmus, officiële heksenjagers die het kwaad met wijwater te lijf gaan. Een soort eerwaarde Jansen en Janssen, met een speciale neus voor het kwaad. Fatsoenrakkers van de ergste soort die bij voorkeur de Spiegel (=televisie) voor hun karretje spannen. Niet de slimsten maar wel vasthoudend. Kabouter Fens de uitbater van Herberg Cul de Sac wekt aanvankelijk de indruk een doodgewone stenen tuinkabouter te zijn. Maar schijn bedriegt; hij mediteert en oefent in verstening, beter nog: verstilling. Hij heeft ontluisterende herinneringen aan zijn tijd bij Sneeuwwitje. Nu betoont hij zich een baken van rust en wijsheid en vergezelt Paddenwratje een eindweegs. Zijn grote verdienste is dat hij haar uit handen van de paters weet te houden. En zijn er nog Koning Bombardon I die voor alles wat hij doet ministeriële toestemming nodig heeft; Mieke Bloemkool, "geheel opgetrokken uit diepe ernst", presentatrice van het Spiegel-nieuws; Facsiemiel, een poenerige antiquair en createur van behoeften; Jef de Cycloop, die onder de Grote Kasseiweg zijn werkplaats heeft en Paddenwratje een introductie verschaft voor de exclusieve bezembinder Bros; Flierefluiter, de eenmansfanfare; Bros de bezembinder die illegaal heksenbezems vervaardigt; de jaloerse heks Loense Bet die op een bijzonder kwaadaardige manier Paddenwratje dwarsboomt; Wietse de tovenaar die Paddenwratje verlost van de spreuk van Iscariot die al haar spreuken had geblokkeerd. Dit bonte gezelschap, en degenen die hier niet genoemd zijn, bevolkt het verhaal over het Heksje Paddenwratje. Over wat haar overkomt als ze na de Walpurgisnacht haar spreuken kwijt is en daardoor ook niet meer in staat is haar geavanceerde bezemsteel, een Hell's Broom, onder controle te houden en hem de vernieling invliegt. Dan begint de lange tocht te voet die haar naar Driekerken moet voeren, naar de enige plek waar ze een vervangingsbezem kan krijgen. En voortdurend zitten de twee eerwaarde paters, een soort mini-inquisitie, haar op de hielen. Zonder meer een avontuurlijke tocht met tal van hachelijke situaties maar altijd is er op het benarde ogenblik iemand die haar te hulp komt. Tegelijkertijd grijpt Van Daele het verhaal aan om venijnige prikken uit te delen aan allerlei eigentijdse verschijnselen: de prietpraat van ministers, televisiereclame, jacht op nieuws, het aanwakkeren van consumentisme, de b.t.w., de wegenwacht, de serviliteit in een chique winkel. Dat alles gelardeerd met tal van kostelijk uitspraken - het hoofd is een onbetrouwbaar notitieboekje - die je bij het lezen ervan even doen opveren. Uit eerdere boeken van Henri van Daele kennen we zijn belangstelling voor heksen en kabouters. Hier heeft hij ze samengebracht en het resultaat is een grappig, veelzijdig en onvoorspelbaar verhaal over... Ja, misschien in essentie over een meisje, een molenaarsdochter, dat het thuis niet kan vinden, de kont tegen de krib gooit en zelfstandig haar weg zoekt, zich ontwikkelt tot een zakenvrouw, niet bij de pakken neerzit als het mis dreigt te gaan en tenslotte gelouterd uit het avontuur tevoorschijn komt. In het begin van deze bespreking sprak ik over "een kaartspel met negentien kaarten, zonder spelregels". Een wat cryptische opmerking voor wie het boek niet gezien heeft. Ze slaat op de illustraties van Klaas Verplancke. Een suggestieve illustratie op het omslag; in het binnenwerk, voorafgaande aan elk van de negentien hoofdstukken een kostelijk prentje waarop in een speelse interpretatie een persoon of dier uit dat hoofdstuk is afgebeeld. Ter grootte van een bidprentje en ze doen denken aan illustraties bij een middeleeuws verhaal, tarotkaarten of speelkaarten. Stuk voor stuk juweeltjes. Ze krijgen nog een extra accent doordat ze zijn afgedrukt tegen een gedessineerde, gekleurde achtergrond, bij elk hoofdstuk anders. Een boek waaraan ook volwassenen plezier kunnen beleven. [Herman Kakebeeke]
Verberg tekst