‘Schrijversprentenboek’ 58 is, in een samenstelling en onder redactie van Daan Cartens en Sjoerd van Faassen, gewijd aan Jan Siebelink. In het inleidend woord luidt het dat ‘er geen schrijver in Nederland is — of het moest A.F.Th van der Heijden zijn — bij wie autobiografie en werk zo verknoopt zijn als bij Jan Siebelink. Maar vergis je niet. De autobiografische details worden door hem ontdaan van hun anekdotische waarde en worden teruggebracht tot hun essentie. Dat tekent het belang van Siebelinks werk en dat voelen ook zijn talloze lezers.’ Dit ‘schrijversprentenboek’ laat precies zien op welke autobiografische werkelijkheid het genre van Siebelink geënt is. Het boek, met tal van authentieke foto’s en documenten (zoals de briefwisseling met collega-auteurs, met grote auteurs die Siebelink ging interviewen voor onder meer De Haagse Post), volgt grotendeels de chronologie vanaf de grootouders van Siebelink en biedt een bijzonder verhelderende inkijk in zijn leven en de sociale context waarin het zich ontwikkelde. Het persoonlijke commentaar dat Siebelink levert bij foto’s, de excerpten uit zijn romans en uit interviews geven het geheel een heel persoonlijk karakter. Duidelijk is dat twee sleutelmomenten het leven en het werk van Siebelink bepaald hebben. Zo verklaarde hij zelf: ‘Mijn literaire gids is de decadente Franse schrijver J.-K. Huysmans, die ik ook vertaald heb.’ In 1977 publiceerde Siebelink Tegen de keer, zijn vertaling van Huysmans’ À rebours. En dan is er uiteraard het moment dat zijn vader, tuinier in Velp, zijn goddelijke visioen kreeg: een gebeurtenis die Siebelink als kind meemaakte, maar pas zoveel jaren later in Knielen op een bed violen zou weten te plaatsen, gedeeltelijk althans. ‘Ik ben niet los van dit boek, ik ben niet los van mijn ouders. […] Ik houd van die man met huid en haar. Ik ben tot aan het einde toe en tot en met alles volstrekt loyaal tegenover mijn vader, tot het uiterste toe.’ Voor de ‘talloze lezers’ waarover de samenstellers het in hun inleiding hebben, biedt dit ‘schrijversprentenboek’ een mooie en gedegen aanvulling bij de boeken die Siebelink tot hiertoe publiceerde.
[Jooris Van Hulle] Verberg tekst

Uit dit Schrijversprentenboek 58 blijkt hoezeer leven en werk van Jan Siebelink samenvallen. En eveneens hoezeer de publicatie van 'Knielen op een bed violen' in 2005 zijn leven op stelten zette. Van deze roman verschenen in 2005 alleen al 25 drukken. De bekeringsgeschiedenis van zijn vader, de gebeurtenissen in de tuin van de bloemkwekerij bleken de motor voor veel boeken van Siebelink. Aan de hand van foto's in zwart-wit en kleur krijgt de lezer een beeld van Siebelinks jeugd, zijn familie, zijn leraarschap, en zijn contacten met andere schrijvers. De foto’s zijn voorzien van een toelichtende tekst van Siebelink zelf of van zijn vrouw Gerda. Bij veel foto’s zijn relevante passages uit Siebelinks romans toegevoegd. Dick Welsink stelde de bibliografie van de afzonderlijk verschenen werken samen. Een mooi vormgegeven kijkboek, dat veel informatie verschaft.