Het uur bij Tuur is opgevat als een speels boekje op rijm voor beginnende lezers. Wanneer Viks ouders later thuis zijn van hun werk, past buurman Tuur even op hem. Elke bladzijde toont een andere activiteit: Vik en Tuur koken samen, ze spelen tikkertje en verstoppertje, Tuur leest voor enz. Op de laatste bladzijde zijn Viks ouders weer thuis.
Het uitgangspunt is erg eenvoudig, maar het verhaal is dan ook ondergeschikt aan de vele taal- en zoekspelletjes die intussen het handelsmerk geworden zijn van Riet Wille. Als logopediste werkte Wille jarenlang met kinderen die moeite hadden met taal. Om hen toch de liefde voor het woord bij te brengen, gebruikte ze vaak versjes. En dat doet ze intussen ook in haar eigen boeken, waarin ze lezen leuk probeert te maken door zo veel mogelijk klanken aan te reiken in allerlei raadsels en rijmpjes.
Is ze daar met dit boek in geslaagd? Grotendeels. Alleen lijken sommige rijmpjes wat moeilijk. We denken bijvoorbeeld aan de openingsverz…
Lees verder
Het uur bij Tuur is opgevat als een speels boekje op rijm voor beginnende lezers. Wanneer Viks ouders later thuis zijn van hun werk, past buurman Tuur even op hem. Elke bladzijde toont een andere activiteit: Vik en Tuur koken samen, ze spelen tikkertje en verstoppertje, Tuur leest voor enz. Op de laatste bladzijde zijn Viks ouders weer thuis.
Het uitgangspunt is erg eenvoudig, maar het verhaal is dan ook ondergeschikt aan de vele taal- en zoekspelletjes die intussen het handelsmerk geworden zijn van Riet Wille. Als logopediste werkte Wille jarenlang met kinderen die moeite hadden met taal. Om hen toch de liefde voor het woord bij te brengen, gebruikte ze vaak versjes. En dat doet ze intussen ook in haar eigen boeken, waarin ze lezen leuk probeert te maken door zo veel mogelijk klanken aan te reiken in allerlei raadsels en rijmpjes.
Is ze daar met dit boek in geslaagd? Grotendeels. Alleen lijken sommige rijmpjes wat moeilijk. We denken bijvoorbeeld aan de openingsverzen ‘tuur heeft een uur in zijn naam. en zie je mij in vik staan?’ Jonge lezers die nog volop bezig zijn met de woorden te ontcijferen, zullen de link tussen ‘mij’ en ‘ik’ in dat laatste vers misschien niet meteen begrijpen. Gelukkig is de rest van het boekje toegankelijker, vooral waar Wille gebruikmaakt van herhaling. Het volgende versje is in dat opzicht erg leuk: ‘mijn koek / heeft een hoek hoek hoek hoek. / hap / de koek / heeft een hoek hoek hoek. / hap hap / de koek / heeft een hoek hoek. / hap hap hap / de koek / heeft nog één hoek. / hap hap hap hap / mijn koek / is zoek.’ En de rijkdom van taal zelf is wel vaker het onderwerp: ‘ik zaag met een zaag. / ik boor met een boor. / ik vijl met een vijl. / ik bel met een bel. / dat kan wel. / maar: / ik hak met een hak, / ik meet met een meet, / ik veeg met een veeg, / ik giet met een giet, / dat kan niet.’
Grafisch zit Het uur bij Tuur knap in elkaar. Het boekje is opgevat als een dwarsligger: de zwierige en vrolijke tekeningen van Frank Daenen vullen telkens twee volledige bladzijden van boven tot onder en ondersteunen de tekst. Vertelt Wille bijvoorbeeld wat Tuur allemaal bakt en kookt voor Vik, dan is elk ingrediënt wel ergens terug te vinden in de prent. Ook in het spelletje ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ toont Daenen zijn kunnen. Zijn illustraties nodigen echt uit om op zoek te gaan naar het antwoord.
Verder moet hier zeker de speelse typografie van Kris Demey worden vermeld, die net als de prenten is afgestemd op de inhoud van de tekst. Gaat een versje bijvoorbeeld over wat er allemaal te vinden is in de kelder, dan staan de woorden in de vorm van een keldertrapje naar beneden. En zo zijn er nog een paar leuke vondsten.
Het eindoordeel? Het uur bij Tuur is een erg mooi boekje. Dat het summiere verhaal louter de aanleiding vormt voor een reeks taalspelletjes, is niet erg. Een aantal rijmpjes is bijzonder leuk gevonden. Maar misschien blijft het allemaal net iets te braaf om volledig te overtuigen. [Annemiek Seeuws]
Verberg tekst