ROMAN. Een bizarre eenzijdige liefdesrelatie vormt de rode draad door de jongste roman van de Poolse schrijver Wiesław Mysliwski. De laatste hand is een bijzonder rijke, vaak humoristische vertelling.
Kunst is gevaarlijk, zo beweert een dronken bouwopzichter in De laatste hand, het jongste boek van de Poolse schrijver Wiesław Mysliwski: 'Zij legt onze kleinheid, laagheid, gemeenheid, gemaaktheid bloot. En wat nog het ergste is van al, ze dwingt ons over onszelf na te denken, over wie we werkelijk zijn en niet wie we denken te zijn.'
Na Over het doppen van bonen en Steen op steen is De laatste hand de derde roman van Mysliwski (°1932) die in het Nederlands is vertaald. Een oude, naamloze zakenman vat het plan op orde aan te brengen in zijn overvolle adresboek, dat zo veel visitekaartjes bevat dat alleen een stevig elastiek de boel bij elkaar houdt.
Liefdesbrieven
Vooral de namen die hem niets meer zeggen, zetten zijn verbeelding in aan het werk. Wie waren deze mensen? Studiegenoten uit zijn tijd op de kunstacademie? Klanten van kleermaker Radzikowski, bij wie hij in de leer ging toen hij het schilderen had opgegeve…Lees verder
Kunst is gevaarlijk, zo beweert een dronken bouwopzichter in De laatste hand, het jongste boek van de Poolse schrijver Wiesław Mysliwski: 'Zij legt onze kleinheid, laagheid, gemeenheid, gemaaktheid bloot. En wat nog het ergste is van al, ze dwingt ons over onszelf na te denken, over wie we werkelijk zijn en niet wie we denken te zijn.'
Na Over het doppen van bonen en Steen op steen is De laatste hand de derde roman van Mysliwski (°1932) die in het Nederlands is vertaald. Een oude, naamloze zakenman vat het plan op orde aan te brengen in zijn overvolle adresboek, dat zo veel visitekaartjes bevat dat alleen een stevig elastiek de boel bij elkaar houdt.
Liefdesbrieven
Vooral de namen die hem niets meer zeggen, zetten zijn verbeelding in aan het werk. Wie waren deze mensen? Studiegenoten uit zijn tijd op de kunstacademie? Klanten van kleermaker Radzikowski, bij wie hij in de leer ging toen hij het schilderen had opgegeven? Mannen met wie hij poker speelde, vriendinnen die hem hun geheime telefoonnummer gaven?
De enige naam die hij nooit in zijn adresboek heeft opgeschreven, is die van Maria, een getrouwde vrouw die hij heeft gekend toen ze nog een meisje was. Na een korte verhouding besloot hij met haar te breken simpelweg door haar brieven niet meer te beantwoorden. Desondanks blijft zij hem schrijven, jaar in jaar uit.
Het raadsel van de merkwaardige, eenzijdige liefdesrelatie vormt de rode draad in deze fascinerende roman. Waarom blijft Maria schrijven en waarom doet hij nooit een poging om het contact te herstellen? Heeft het te maken met zijn afkeer van iedere vorm van gehechtheid, met zijn onrust die hem voortdurend van werk en woning doet wisselen?
Hij weet het zelf ook niet. En als hij zijn leven tot op de bodem analyseert, zal die kennis hem in staat stellen invloed uit te oefenen op wat is voorbestemd? Al dagdromend stelt de hoofdpersoon zich voortdurend dit soort diepzinnige vragen, maar als hij zijn ogen opent, zit hij gewoon weer aan tafel met een overvol adresboek en een stapel liefdesbrieven.
Het is misschien een treurige balans, maar Mysliwski heeft van de getuigenis een bijzonder rijke roman gemaakt met veel scènes die onverwacht humoristisch zijn. Tegelijk is het een geweldige evocatie van een leven dat op het punt staat te verdwijnen, of dat al verdwenen is. Niet alleen het Poolse plattelandsleven wordt door Mysliwski groots beschreven, ook het tragische lot van de kleermaker die de strijd met de confectie verliest, is er een om niet te vergeten.
Hoe Mysliwski al die uiteenlopende verhalen op een organische wijze met elkaar weet te verbinden, is een verbazend wonder. Het moet te maken hebben met de levendigheid van zijn taal. Hoe lang de zinnen soms ook zijn, je hoort de mensen praten alsof je bij hen in de kamer zit. Wat natuurlijk ook een verdienste is van vertaler Karol Lesman.
Spiegel
Mysliwski's romans zijn ogenschijnlijk kalm, maar de bouwopzichter heeft gelijk. Romans als De laatste hand dwingen je om in de spiegel te kijken. Als er op enig moment sprake kan zijn van troost, dan is dat de troost van de literatuur.
Niet voor niets heeft Mysliwski al twee keer de Nike, de grootste Poolse literatuurprijs, gewonnen. De eerste keer was in 1997 voor de roman Horizon, die volgend jaar in vertaling verschijnt.
PETER SWANBORN ■
Verberg tekst